Bibliodrama is een methode om (beeld)taal te vinden waarmee je kunt communiceren over je levensovertuiging, je geloof en over dat wat je heilig is.

Bij de pastoraal-existentiële -methode (PE) word je direct meegenomen in het bijbelverhaal. Door het lezen van de tekst, het kiezen van een rol en nogmaals de tekst te lezen, luister je met andere oren. Met de hele groep stap je, ieder met zijn/haar zelfgekozen rol, in het verhaal met als doel uit te zoeken wat deze rol jou persoonlijk hier en nu te zeggen heeft. 
Bij het spel wordt gebruik gemaakt van een ruimte-indeling, omdat de bijbelse geografie en plaatsaanduiding nooit louter beschrijvend of willekeurig is, maar ten dienste staat van het verhaal. De bedoeling is dat de diverse plekken van het verhaal de spanningen van het verhaal oproepen tijdens het spel.

Bij de lijflijk-spelmatige-methode (LS) is de opwarming fysiek, thematisch én gericht op ontmoeting met elkaar. Het geeft speelruimte aan de deelnemers – het spelplezier is hierbij belangrijk. Naast het spel en het erbij betrekken van het lichaam zijn er meer mogelijkheden voor de rolinleving. Deze rolinleving is individueel gericht, waardoor elke deelnemer dicht bij zichzelf kan blijven. Hierbij heeft men de tijd en ruimte om zich te focussen op zichzelf en het eigen gevoel. Het ‘groot’-spel is bij de LS-methode – anders dan in de PE-methode – niet de hoofdzaak maar één van de mogelijkheden. Vaak wordt er ook in diverse groepjes gewerkt. De ruimte-indeling is bij deze methode minder aan de orde omdat de LS-methode de grenzen van het bijbelverhaal kan overschrijden.